Installaties

Harry de Wit heeft meerdere installaties gemaakt voor specifieke locaties. In Rouen zette hij in 1985 in een lege electriciteitscentrale ‘Concert pour Centrale Electrique’ neer. In Rennes volgde ‘l’Eglise Electrique’. In Karlsruhe ‘Song for the Pigeons’ bij de opening van het Zentrum für Kunst und Medientechnologie. In de parkeergarage van het Gulbenkian museum in Lissabon maakte hij ‘Close Distance’ , ‘Gevels’ bij de opening van het Holland Festival in 1998. Voor het Sounds of Music Festival in 2011 betoverde hij de der Aa-Kerk in Groningen met de installatie ‘Dalend Rood’

 
 
 
 

BAST

EYE Filmmuseum, Amsterdam, 2021.

Ter gelegenheid van de opening van de expositie van Ivo van Hove en Jan Versweyveld, All About Theatre About Film, creëerde De Wit een installatie en concert, BAST.

 
 
screenshot_523.jpg

Breathe()red
with darya von berner

Tschumipaviljoen, Groningen, 2015.

De spiegelende kwaliteiten van het Tschumipaviljoen worden in Breathe()Red van Darya von Berner en Harry de Wit optimaal benut. Het project wordt gerealiseerd met 650 meter rode ‘light tape’. De light tape wordt in het interieur van het paviljoen op alle glasranden aangebracht. Door middel van speciale software wordt de tape geprogrammeerd zodat het licht gestuurd opgloeit en dimt. Dit gebeurt op basis van een sounddesign die speciaal voor de gelegenheid is gecomponeerd door De Wit. Het resultaat is een symbiose tussen het Tschumipaviljoen en een geraffineerde beeld & geluidssculptuur.

link

Dalend rood

Der Aa-Kerk, Groningen, 2011.

In het kader van een residentie op het Groningse festival Sounds of Music ontwikkelde De Wit een installatie in de Der Aa-kerk waar gewichten van bakstenen het geluid van verschillende orgels aanstuurden.

ZINGEND ROOD

Tschumipaviljoen, Groningen, 2011.

Parallel aan het festival en Dalend Rood installeerde De Wit in het Tschumipaviljoen de installatie Zingend Rood. Daarvoor werden in het gangpad van het paviljoen zes draaiende glasschijven op een glascimbaal geplaatst. De schijven snijden de snaren van de cimbaal aan, waardoor een zingend geluid hoorbaar wordt. Aan de snaren van de cimbaal zijn pianosnaren bevestigd die over de totale lengte van het paviljoen zijn gespannen. Hierdoor wordt het zingende geluid van de aangesneden cimbaalsnaren door het hele paviljoen verspreid. Ook staan er speakers opgesteld die een zacht engelengezang laten klinken. Theaterlampen zorgen voor belichting die parallel met de veranderende toonhoogte verglijdt van wit, naar fel rood en terug.

link

papa website001.jpg

vALLEY OF DESOLATION

Mergelgroeve ‘t Rooth, Margraten, 2005.

De verstoting van aartsengel Lucifer uit de hemel is uitgangspunt voor de concertante voorstelling Valley of Desolation, gemaakt in het kader van muziekfestival Musica Sacra.
Voor deze groeve, ‘het duivels paradijs’, werd een klankgedicht gecomponeerd dat de idylle van het landschap overschaduwde. Dit klanklandschap: een fluisterende, murmelende aarde, werd in 7 live composities verlicht door de muzikale verbeelding van de deugden.

GEVELS

Leidseplein, Amsterdam, 1998.

Voor de opening van de 51ste editie van het Holland Festival gebruikt De Wit de gevels van het Leidseplein in Amsterdam als klankdecor in het stuk Gevels, uitgevoerd door instrumentalisten, vocalisten, een danseres en 35 pizzakoeriers.

SONG FOR THE PIGEONS

Zentrum Für Kunst Und Medientechnologie, Karlsruhe, 1993.

Song for the Pigeons is geschreven voor de ruimte waar het stuk voor het eerst wordt uitgevoerd: het Zentrum Für Kunst Und Medientechnologie in Karlsruhe, gevestigd in een oude munitiefabriek. Voor de uitvoering laat De Wit een piano bijna 25 meter omhoog takelen en voert hij het werk uit tussen de duiven.




sonus lux

Shaffy Theater, Amsterdam, 1987.

SONUS LUX is het resultaat van een samenwerking tussen Jeffrey Shaw (beeld), Harry de Wit (geluid) en Felix Meritis (architectonische setting en de beelddrager qua inhoud). Op de gevel van het gebouw werd een grootschalige sculptuur in geluid en licht geprojecteerd die de vorm van de neoklassieke gevel letterlijk in de schijnwerpers zette en hoorbaar maakte: halve kolommen, architraaf en stucversieringen. Nieuwe technologische mogelijkheden vertaalden het concept 'Son et lumière' naar een eigentijds artistiek totaalproject. Licht en geluid functioneerden op verschillende niveaus dankzij een dynamisch computergestuurd beeld en werden beïnvloed door de aanwezigheid van toeschouwers.

Door een oor tegen transparante akoestische panelen te plaatsen, konden voorbijgangers muziek horen spelen alsof deze uit de muren zelf kwam. Op deze manier suggereerde de installatie dat men luisterde naar de akoestische herinneringen van het Felix Meritis-gebouw, omdat er gedurende zijn 200-jarige geschiedenis talloze concerten waren opgevoerd.

SONUS LUX werd gerealiseerd voor het FELIX MERITIS 1787-1987 festival in opdracht van het Shaffy Theater.

credits:

Simon Limbrick: muzikale leiding, marimba, midi-mallet-instrument, snaredrum, basdrum, pauken, AKAI S900, roto-toms, cymbalo.

Elise Lorraine: zang, accordeon, 'slagharp', 'lange snaar', pijporgel.

Ingrid Perrin: cello

Jeffrey Shaw: beeld en visuele installatie

Harry de Wit: compositie, piano, klarinet, basklarinet, elektrische gitaar, pijporgel, celesta (sopraan), cymbalo.

Jos Zwaanenburg: fluit, altfluit, basfluit, piccolo.


Close distance

Havengebied Amsterdam, 1987.
Gulbenkian Foundation garage, Lissabon, 1988.

In een loods in het havengebied van Amsterdam en later ook in de garage van het Gulbenkian museum in Lissabon maakte De Wit een compositie voor prepared piano, geluid en licht waar akoestiek en beeld samenspelen in de ruimte terwijl een vleugel langzaam van ver weg in de ruimte steeds dichterbij gereden wordt.

L’EGLISE ELECTRIQUE

Rennes, 1988.

Voor het Festival des Arts Électroniques ontwikkelde De Wit dit concert voor een geprepareerd kerkorgel.

screenshot_524.jpg

Concert pour Centrale Electrique

Rouen, 1985.

In de elektriciteitscentrale van Rouen zette De Wit een fysieke strijd neer tussen een individu en de almacht van de machine. Met een speciaal ontwikkeld instrument, de ‘vonkentafel’, maakte De Wit ritmische kortsluitingen waarbij de vonken van de werkbank spatten. Hoog boven De Wit en het publiek speelden een aantal muzikanten op roterende spoelen ijle muzieklijnen.